Communicatie met mensen met gevorderde dementie

Hoewel mensen met gevorderde dementie zich soms nog maar beperkt kunnen uiten en vaak de mensen om hen heen niet meer herkennen, reageren zij nog wel op genegenheid en aanraking. Zij kunnen ook genieten van geuren, muziek, het voelen van fijne materialen en kijken naar mooie (bewegende) beelden. Dit stuk bevat tips en informatie voor de mantelzorgers over wat er kan veranderen in de communicatie en het contact met mensen met gevorderde dementie, en hoe je daar het beste mee om kunt gaan.

 

Zorg dat de persoon je ziet aankomen

Benader de persoon niet van achteren. Dit kan een schrikreactie veroorzaken. 

Tip: in een gemeenschappelijke woon/eetkamer heeft het sterk de voorkeur om de persoon een dusdanige zit-plek te geven dat hij zicht heeft op de deur en de keuken. Dit zijn immers de plekken waar de meeste geluiden vandaan komen. Als een persoon niet ziet waar een geluid vandaan komt en het geluid dus niet kan plaatsen, veroorzaakt dat angst en onrust.

 

Benader de persoon rustig

Benader de persoon rustig, maak en behoud oogcontact en heb een open en ontspannen houding. 

Tip: ieder persoon heeft een persoonlijke ruimte. Persoonlijke ruimte is als het ware het territorium om jezelf heen. We willen een bepaalde mate van controle over deze ruimte hebben en graag bepalen wie er in onze ruimte mag komen. Je kent waarschijnlijk wel het ongemakkelijke gevoel dat je kan hebben als iemand in de lift net iets te dicht bij je komt staan (dus binnen je persoonlijke ruimte). Bij mensen met dementie is dit niet anders. Door rustig te benaderen en het maken van oogcontact vraag je als het ware non-verbaal toestemming om dichterbij te mogen komen. In iemands lichaamstaal en ogen kan je "lezen" of dit mag.

 

Maak gebruik van aanraking

Raak de persoon aan en laat op deze manier je nabijheid voelen. 

Tip: zie de tip bij "benader de persoon rustig". Ook bij aanraking geld dat je het voorzichtig moet opbouwen. De persoon met dementie herkent de ander niet altijd (ook al betreft het de partner of familielid) en dan kan het voor de persoon met dementie intimiderend zijn als er plotseling intiem contact is. Het is aan te raden om eerst de persoon rustig te benaderen en oogcontact te maken en de eerste aanraking via de handen te laten plaatsvinden alvorens over te gaan op een zoen of knuffel.

 

Zorg dat de persoon je goed ziet

Blijf binnen het gezichtsveld van de persoon en houd oogcontact. Op deze manier kan je iemands aandacht vasthouden. 

Tip: ga bij voorkeur tegenover iemand of haaks op iemand zitten zodat de persoon je kan zien zonder dat hij zijn hoofd hoeft te draaien.

 

Praat op gelijke hoogte

Neem de ooghoogte aan van de persoon met dementie. Of beter nog, maak je kleiner zodat de persoon op jou neer kan kijken. 

Tip: stel je voor dat jij op een stoel zit en een ander komt naast jou staan om een gesprek te voeren. Grote kans dat jij je in een onderdanige positie voelt. De ander heeft "de macht". Bij mensen met dementie is dat niet anders. Voor een gelijkwaardig gevoel/contact is dus een gelijkwaardige ooghoogte nodig.

 

Gebruik non-verbale communicatie

Bij mensen met gevorderde dementie neemt het spreekvermogen en het begrip van het gesproken woord af. Gesproken woord is in deze situaties niet de voornaamste manier van communiceren. 

Tip: mensen met dementie zijn gevoelig voor non-verbale communicatie. Een uitstraling van rust, een glimlach of een fijne aanraking doet soms wonderen.

 

Maak gebruik van spiegelen

Mensen met dementie kunnen tot in een laat stadium nog spiegelen. Spiegelen is het onbewust nadoen van iemands lichaamstaal. Tip: als jijzelf glimlacht, is er een grote kans dat de andere persoon onbewust ook gaat glimlachen. Glimlachen is niet alleen aanstekelijk; het zorgt er ook voor dat onze hersenen stoffen aanmaken waar we vrolijk van worden. Maak hier gebruik van!

 

Gebruik bekende gebaren

Maak gebruik van bekende gebaren en je eigen lichaamstaal als je dingen duidelijk wilt maken. Gebruik van gebaren, mimiek van je gezicht en je lichaamstaal is vaak beter te begrijpen dan het gesproken woord. 

Tip: bekende gebaren zijn bijvoorbeeld een "scheppende" beweging voor de mond om aan te geven dat je gaat eten, of naast de wang een zwaai beweging met de hand maken om aan te geven dat iets lekker smaakt, maar ook voor iemand gaan staan en je handen naar iemand uitsteken om zo de persoon uit te nodigen om uit een stoel op te staan is een manier om met gebaren en je lichaamstaal iets duidelijk te maken.

 

Ben je bewust van de toon en intonatie van je stem

De intonatie en toon van een stem en het ritme van gesproken woord kan voor de persoon met dementie ontspannend of geruststellend werken. Het gaat hierbij dan niet om het overdragen van een verbale boodschap. 

Tip: het voorlezen van bijvoorbeeld een (kinder)boek, gedichten en versjes met een kalmerende stem kan als prettig ervaren worden om naar te luisteren ook al wordt hetgeen er wordt verteld niet begrepen.

 

Praat langzaam

Mensen met dementie hebben een langzamere gedachtegang. Snel praten houden ze dan niet bij. Geef de persoon met dementie de tijd om gedachten te vormen en zichzelf, indien mogelijk, te uiten. 

Tip: soms moet je lange tijd wachten op het antwoord maar zolang je contact blijft houden (iemand aankijkt of een hand op de knie legt) geeft het de ander het gevoel de ruimte en tijd te hebben. Sta stiltes toe en laat je niet verleiden om ze zelf in te vullen.

 

Gebruik korte, duidelijke zinnen

Gebruik zinnen met één onderwerp en geen samengestelde zinnen. 

Tip: dus niet: "we gaan eerst koffie drinken en daarna naar buiten een rondje lopen in het park". Hierbij is er namelijk sprake van twee onderwerpen, te weten; koffie drinken + naar buiten gaan.

 

Herhaal de woorden van de persoon met dementie

Sluit aan op het woordgebruik van de persoon met dementie. Maak gebruik van "papegaaien" door woorden te herhalen die de ander heeft gezegd. 

Tip: de meeste mensen met gevorderde dementie zeggen geen hele zinnen meer maar af en toe losse woorden. Het is dan moeilijk te begrijpen wat de persoon bedoeld. Door het hetzelfde woord te herhalen, kan de ander zich gehoord voelen ook al is het jou nog niet verder duidelijk geworden. De toon waarop je het woord herhaalt moet vriendelijk zijn.

 

Stel gesloten vragen

Naarmate het dementieproces verder gaat, kan je het best gesloten vragen gebruiken. Dit zijn vragen die met ja of nee beantwoord kunnen worden. 

Tip: bijvoorbeeld "Heeft u zin in koffie?". Deze vraag is makkelijker te beantwoorden dan "Wat wilt u drinken?".

 

Stel suggestieve vragen

Gebruik maken van suggestieve vragen is soms adequaat als de persoon moeite heeft met het beantwoorden van open en gesloten vragen. Tip: dat maakt het wel noodzakelijk voor de vragensteller, dat hij zelf het antwoord op de vraag al weet. Bijvoorbeeld: 'U drinkt toch altijd koffie, hè?', als je iemand dagelijks koffie inschenkt.

 

Prikkelverwerking

Werking van het brein bij mensen met gevorderde dementie

Om het gedrag van de persoon met gevorderde dementie beter te kunnen begrijpen, is het belangrijk om te weten hoe de prikkelverwerking in het dementerende brein werkt. In dit stuk wordt hier kort iets over verteld.

 

Omgevingsprikkels

Er zijn twee soorten prikkels uit de buitenwereld die door de mens worden waargenomen:

  • Statische prikkels Dit is alles wat stilstaat en geen geluid maakt bijvoorbeeld: het kopje koffie op tafel, de foto aan de muur, en de bloempot in de vensterbank.
  • Dynamische prikkels Dit zijn bewegingen en geluiden zoals een auto die voorbij rijdt, de tv die aan staat, het geluid van pratende mensen op de gang, en het bewegen van het eigen lichaam.

Het brein is dol op dynamische prikkels en die trekken ook de meeste aandacht. Ze zijn voor onze hersenen noodzakelijk. Voor het dementerende brein geldt dat ook, alleen kan het dementerende brein maar een beperkte hoeveelheid dynamische prikkels verwerken. Dit komt omdat het dementerende brein geen goede filter meer heeft: talloze prikkels dringen zich zonder selectie aan de persoon op.

 

Vind een balans in het aanbieden van dynamische prikkels

Zowel teveel als te weinig aan dynamische prikkels levert problemen op in het gedrag bij de persoon met dementie. Bij te weinig prikkels heeft de persoon het idee dat hij niet meer bestaat, omdat een dementerende brein niet zelf iets kan bedenken om het brein bezig te houden. Dit is beangstigend. Als een soort overlevingsdrang gaat de persoon daarom zelf dynamische prikkels maken zoals roepen, brabbelen, wriemelen, dwalen, en met de handen op tafel slaan. Als er te veel dynamische prikkels zijn, worden deze niet meer begrepen door het dementerende brein, waardoor de persoon zich gaat verzetten en weerstand gaat bieden. Het is dus van groot belang om naar een balans te zoeken in het aanbieden van dynamische prikkels. Dit geldt zowel voor het aantal als voor de de variatie in prikkels. Bijvoorbeeld: zorg er voor dat tijdens het eten de tv uit staat en dat er niet wordt rondgelopen. Zo kan de persoon zijn aandacht houden bij het eten.

 

Kijken van televisie/filmpjes

Ook bij het kijken naar televisie en andere bewegende beelden geldt dat de persoon met (gevorderde) dementie gebaat is bij beelden met niet te veel dynamische prikkels. De huidige televisie-beelden gaan vaak te snel en gaan gepaard met veel geluid waardoor er te veel prikkels ongefilterd het brein binnen komen wat onrust kan veroorzaken. Filmpjes waarin één persoon of voorwerp beweegt en de rest stil staat zijn uitermate geschikt. Veel oude (kinder)series en films, maar ook natuurfilms, fragmenten van het koningshuis zijn daarom geschikt om naar te kijken. Wat ook geschikt kan zijn, is gebruik van digitale fotolijstjes, gebruik van kindernachtlampjes die bewegende beelden op de muur projecteren en gebruik van kerstverlichting waarbij er in een langzaam tempo steeds verschillende lichtjes aangaan.

 

Televisie/filmpjes

Natuurfilm tuin vogels De Fabeltjeskrant André Rieu met bloemen André Rieu - Kaiser-Walzer Nederland van Boven Lassie II (1958)

Bronvermelding: boek "Het demente brein (Omgaan met probleemgedrag)" Schrijvers: A. van der Plaats en G. de Boer

bron: De kracht van herinneringen ⁠(c) Annemarie Bolder