Dit stuk bevat tips en informatie over wat er kan veranderen in de communicatie en het contact met mensen met beginnende en matige dementie, en hoe je daar het beste mee om kan gaan."

 

Het doel van een gesprek verandert

Gesprekken hebben niet zozeer het doel om informatie uit te wisselen of feiten boven tafel te krijgen, maar het is een fijne manier om contact te hebben met elkaar en aandacht te hebben voor elkaar. Tip: geniet van het contact en probeer het doel los te laten.

 

Praat langzaam en maak oogcontact

Personen met dementie hebben vaak een langzamere gedachtegang. Snel praten houden ze dan niet bij. Geef de persoon de tijd om gedachten te vormen en zichzelf te uiten. Tip: soms moet je lange tijd wachten op het antwoord maar zolang je contact blijft houden (iemand aankijkt of een hand op de knie legt) geeft het de ander het gevoel de ruimte en tijd te hebben. Sta stiltes toe en laat je niet verleiden om ze zelf in te vullen.

 

Praat veel over vroeger

Meestal verlopen verhalen over vroeger het beste. De herinneringen van vroeger zijn vaak nog het beste intact. Het kunnen vertellen aan een ander persoon over een onderwerp waar je veel van af weet heeft een positief effect op het gevoel van eigenwaarde. De terugblik op een krachtige periode in het leven van de dementerende versterkt de identiteit en geeft zelfvertrouwen.

Tip: alles in je omgeving kan aanleiding zijn tot een gesprek over vroeger, bijvoorbeeld:

  • De krant: "ik lees hier nu over files, maar weet jij nog dat we op straat konden spelen omdat er geen auto's langs de stoep stonden?"
  • De cv: "weet je nog dat we vroeger de kachel moesten oppoken?"
  • De tv: "ik herinner me opeens dat we vroeger op zaterdagavond naar de radio luisterden?"
  • Een foto: alles op een foto kan aanleiding geven tot een gesprek: soort kleding wat gedragen werd, de plek waar de foto is gemaakt, de personen die op de foto staan etc.
  • Muziek van vroeger.

Splits een gespreksonderwerp uit, bijvoorbeeld school: eerste schooldag, de klas, de juf/meester, de vakken, de spullen (potlood, papier, leitje, krijtje, sponzendoosje, kroontjespen, inktpotje, inktlapje), klasgenoten, het speelkwartier, het schoolreisje, het rapport etc.

 

Maak gebruik van zintuigelijke indrukken

Zintuigelijke waarnemingen zijn goed in het geheugen opgeslagen, ook bij mensen met dementie. Zintuigelijke indrukken roepen herinneringen op. Dit gaat op onbewust niveau. Klanken, geuren, smaken, bewegingen en tast zijn zintuigelijke prikkels die je kan gebruiken bij het ophalen van herinneringen. Tip: stel zintuigelijke vragen zoals "hoe zag het er uit?", "hoe rook het?", "hoe proefde het?", "hoe voelde het?", "wat voor geluid maakte het?", "welk liedje hoorde daarbij?".

 

Probeer keuzes te vermijden

Stel korte gerichte vragen. Kiezen betekent het kunnen afwegen van meerdere zaken om daar uiteindelijk één van over te houden. Hier is abstract denken voor nodig, wat bij mensen met dementie al snel wegvalt. Tip: in plaats van de vraag "wilt u eerst naar het toilet of eerst eten?", is het beter om de vraag te splitsen "wilt u naar het toilet?". Bij een ontkennend antwoord pas de vraag "wilt u nu eten?" Stel altijd één vraag tegelijkertijd.

 

Wees terughoudend met corrigeren

Vergissingen corrigeren confronteert de persoon met dementie met zijn/haar tekortkomingen, wat een negatieve invloed heeft op het gevoel van eigenwaarde. Realiseer je dat het niet altijd nut heeft om te corrigeren, omdat de persoon het vaak toch niet onthoudt. Tip: biedt hulp op een tactvolle manier. Er is een groot verschil tussen checken of je iets goed begrepen hebt of als luisteraar iets corrigeren.

 

Begin zelf met vertellen

Luisteren naar een verhaal stimuleert de persoon met dementie om zelf ook iets te gaan vertellen; het luisteren naar andermans herinneringen roept eigen herinneringen op. Als de persoon moeite heeft met praten kan hij nog wel genieten als de ander enthousiast iets vertelt. Tip: zorg dat je tijdens het vertellen van je eigen verhaal stiltes laat vallen om de dementerende de kans te geven op het verhaal te kunnen reageren.

 

Voorkom falen

Zowel voor mensen met als zonder dementie geldt dat ze niet willen falen. Personen met dementie worden regelmatig geconfronteerd met dingen die ze niet meer kunnen. Dit heeft een negatieve invloed op hun gevoel van eigenwaarde. Tip: formuleer een vraag altijd zo dat de kans op falen het kleinst is. Zo voorkomt je dat de ander bang wordt om iets fout te zeggen en daardoor helemaal niets meer zegt. Als de persoon met dementie bijvoorbeeld elders heeft geluncht kun je beter vragen of hij lekker geluncht heeft i.p.v. te vragen wat hij precies gegeten heeft. De kans is namelijk groot dat hij zich dat niet meer kan herinneren.

 

Ga er van uit dat de persoon met dementie niet bewust staat te liegen

Door "fantasie" camoufleert de persoon met dementie zijn gebrek aan herinneringen. Het vult als het ware de hiaten in het geheugen. Fantasie wordt dan voor de persoon een nieuwe werkelijkheid. Tip: het heeft vaak weinig zin om er tegenin te gaan omdat de kans groot is dat je belandt in een "welles/nietes discussie".

 

Probeer een verhaal een andere kant op te draaien

Voor mensen met geheugenproblemen is het verhaal dat zij vertellen vaak 'de eerste keer.' Als de aandacht van de mantelzorger verslapt omdat die het verhaal al vaker heeft gehoord, voelt de partner met geheugenproblemen zich niet serieus genomen. Tip: probeer aanknopingspunten te vinden om het verhaal een andere kant op te draaien. Als de persoon een verhaal over zijn/haar moeder steeds herhaalt, kan je bijvoorbeeld midden in het verhaal zeggen "nu je het over je moeder hebt, ik vroeg me af wat je moeder.....".

 

Ondersteun als een verhaal vast loopt

Het komt regelmatig voor dat de persoon met dementie gedurende het vertellen de draad van het verhaal kwijt raakt en vastloopt. Tip: biedt dan ondersteuning door bijvoorbeeld te zeggen "je vertelde me net over." of "we waren aan het praten over vriendschappen en jij vertelde over je buurjongen...". op deze manier kan je iemand soms helpen om zijn verhaal weer voort te zetten.

 

Check het verhaal

Het verhaal van iemand met dementie kan soms warrig zijn. Check regelmatig of je het verhaal goed begrepen hebt. Tip: een zin die hierbij goed gebruikt kan worden is "heb ik het goed begrepen dat ..". Deze zin legt geen extra druk op de persoon met dementie.

 

Verwacht niet te veel begrip voor uw standpunt

Voor iemand met dementie is het moeilijk om zich te verplaatsen in de belevingswereld van de ander. Omdat iedereen zich gehoord wil voelen, is het daarom belangrijk om iemand in je omgeving te vinden die een klankbord voor je is nu je naaste met demenetie dat niet meer voor je kan zijn. Tip: maak een lijstje van mensen in je omgeving die als klankbord kunnen dienen en maak dat bespreekbaar met de desbetreffende persoon.

 

Vraag de persoon met dementie om advies

Iemand met dementie wordt gedurende de dag regelmatig geconfronteerd met dingen die hij niet meer kan en weet. Dit heeft een negatieve invloed op het gevoel van eigenwaarde. Tip: als je de persoon met dementie regelmatig om advies, tips of hulp vraagt, zal dit kunnen bijdragen aan het toenemen van de zelfwaardering.

 

Gebruik humor

Niets werkt zo ontspannend als samen lachen.. Zien lachen....doet lachen!

 

bron : De kracht van herinneringen ⁠(c) Annemarie Bolder